Historie van Sprundel

 

Sprundel is het oudste van de vijf kerkdorpen van de gemeente Rucphen. Het dorp wordt in geschriften het eerst vernoemd in een schenkingsakte van de abdij van Thorn, die dateert van 992. Sprundel was in het verleden gelegen op de kruising van de wegen van Keulen naar Bergen op Zoom en van Rotterdam naar Antwerpen. Geen wonder dat er veel wagenmakers woonden en herbergen waren. In de late middeleeuwen werd er onder leiding van monniken uit Gent en Brugge turf gestoken. De lange rechte wegen, die nu op de weg hoofdweg die van oost naar west loopt uitkomen, herinneren daar nog aan. Over die wegen werd vroeger het turf vervoerd.

Sprundel was lange tijd opgedeeld in drie delen, Sprundel Hertog, Sprundel Nassau en het Markiezaat van Bergen op Zoom. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was Sprundel een echt boerendorp. In de hoofdstraat, de St. Janstraat, woonden vooral kleine zelfstandigen.

In de jaren vijftig, zestig en zeventig breidde de kom van Sprundel zich naar het noord-westen en ten zuiden van die lintbebouwing uit. Vooral in het noordwesten en in het westelijk deel van de zuidelijke wijk kwamen nogal wat mensen uit St. Willebrord wonen. Vanaf eind jaren zeventig en later ontstond ten noorden van de St. Janstraat wijk De Branden. In die wijken ten zuiden en ten noorden van de St. Janstraat huisvesten relatief veel bouwvakarbeiders en fabrieksarbeiders zich. Op dit moment kent Sprundel nog net geen vijfduizend inwoners. Er is een gevarieerd verenigingsleven. Het aantal agrariërs is drastisch teruggelopen. De meeste Sprundelaren verdienen hun kost in loondienst. Er zijn nog wel enkele winkels en andere kleine bedrijfjes. Het dorp heeft twee monumenten, de kerktoren (van ongeveer 1500) en korenmolen De Hoop die dateert uit 1840. Het uitgestrekt buitengebied is op velerlei manieren agrarisch in gebruik en rijk aan natuur.

Mede omdat er al jarenlang maar mondjesmaat gebouwd mag worden vergrijst Sprundel snel, het snelst zelfs van de dorpen in de gemeente Rucphen die provinciaal gezien in haar geheel sterk vergrijst.

 

Auteur: Toon van de Sanden, 2007